De fundamenten voor deze methode werden in 1970 door de Belgische arts dr. Paul Henry gepubliceerd; hij duidde ze aan met de term phytoembryopathie. De ondertussen gangbare term “gemmotherapie” werd bedacht door de Franse arts dr. Max Tetau.
Wat is gemmotherapie en hoe werkt het?
Gemmotherapie maakt gebruik van knoppen en jonge scheuten van struiken en bomen. Deze worden onmiddellijk na het oogsten door een proces van maceratie in een mengsel van water, glycerine en alcohol verwerkt, en worden voor uiteenlopende therapeutische doeleinden gebruikt. De plantaardige weefsels (knoppen en jonge scheuten) bevatten in hun embryonale vorm de volledige, geconcentreerde kracht van de latere, volgroeide plant. Het jonge celweefsel bevat meer nucleïnezuren dan het overig weefsel, informatie dus over de groei en de ontwikkeling van de plant, maar ook vitaminen, mineralen, sporenelementen en nog veel meer.
Het volledige potentieel van de plant
Gemmotherapie maakt gebruik van het volledige potentieel van de plant en kan daardoor beschouwd worden als algemene, holistische fytotherapie.
Eupener Straße 181
52066 Aachen
E-mail: info@naturheilkunde.be
Telefon: +32 87 74 40 39
Copyright 2018© Webdesign by Local Solutions